Achtergrond
Veruit de meeste vechters hebben een achtergrond in het Thai- of kickboksen, Braziliaans Jiu Jitsu of Grieks-Romeins worstelen. Deze stijlen zijn het effectiefst gebleken. Karateka’s of andere beoefenaars van ‘traditionele’ vechtstijlen zijn doorgaans minder succesvol vanwege de (vaak) te eenzijdige manier van vechten. Ook boksers zijn doorgaans weinig succesvol, omdat ze een te weinig gevarieerd repertoire in huis hebben. Daarnaast zorgt de typische verdediging tegen een stoot (met het hoofd wegduiken) voor een uitstekende positie om een high kick te ontvangen.
Het grote verschil met “gangbare” vechtsporten is dat veel geoorloofd is, van stoot- en traptechnieken, elleboog- en knietechnieken, tot klem- en wurgtechnieken. Net zoals bij onder meer het boksen, wordt onderscheid gemaakt op basis van verschillende gewichtscategorieën en op basis van wedstrijdervaring (klasse N, C, B, A). Een scheidsrechter, dokter en uiteraard de trainers uit beide kampen zien toe op een goed verloop van de wedstrijd. Hoewel de vechters vaak gehavend uit de strijd komen, vallen er zelden tot nooit zwaargewonden doordat de vechters in topconditie verkeren en vaak beschikken over een groot incasseringsvermogen. De wedstrijden duren meestal drie ronden (variërend van drie tot tien minuten elk) en worden niet zelden beslist door een snelle knock-out of tap-out (aftikken).
Veruit de meeste vechters hebben een achtergrond in het Thai- of kickboksen, Braziliaans Jiu Jitsu of Grieks-Romeins worstelen. Deze stijlen zijn het effectiefst gebleken.
Karateka’s of andere beoefenaars van ‘traditionele’ vechtstijlen zijn doorgaans minder succesvol vanwege de (vaak) te eenzijdige manier van vechten. Ook boksers zijn doorgaans weinig succesvol, omdat ze een te weinig gevarieerd repertoire in huis hebben. Daarnaast zorgt de typische verdediging tegen een stoot (met het hoofd wegduiken) voor een uitstekende positie om een high kick te ontvangen.
Het grote verschil met “gangbare” vechtsporten is dat veel geoorloofd is, van stoot- en traptechnieken, elleboog- en knietechnieken, tot klem- en wurgtechnieken. Net zoals bij onder meer het boksen, wordt onderscheid gemaakt op basis van verschillende gewichtscategorieën en op basis van wedstrijdervaring (klasse N, C, B, A). Een scheidsrechter, dokter en de trainers zien toe op een goed verloop van de wedstrijd.
Hoewel de vechters vaak gehavend uit de strijd komen, vallen er zelden tot nooit zwaargewonden doordat de vechters in topconditie verkeren en vaak beschikken over een groot incasseringsvermogen. De wedstrijden duren meestal drie ronden (variërend van drie tot tien minuten elk) en worden niet zelden beslist door een snelle knock-out of tap-out (aftikken).